Aan de vooravond van de zomer kreeg ik verschillende verhalen van plusouders voorgeschoteld die wat op zagen tegen de zomervakantie. ‘Oh nee, langere tijd samen. Wat gaat dat geven?’ En: ‘zal het ook weer zo moeilijk worden als vorig jaar?’

Nu de vakantie stilaan ten einde loopt, hoor ik zowel succesverhalen als anekdotes van moeilijke voorvallen thuis of op reis. Dat deed me besluiten een artikel te schrijven voor stiefouders die de relatie met het kind van hun partner willen verbeteren.

Het samengesteld gezin heeft er baat bij als de relatie tussen stiefouder en –kind goed is. Een goede relatie bepaalt mee de sfeer in huis, is goed voor de ontwikkeling van het kind, werkt voedend voor de relatie tussen beide partners én geeft een boost aan het zelfbeeld van de stiefouder.

Het artikel hieronder geeft je de belangrijkste ingrediënten om het contact te verbeteren.

1. Het stiefkind moet van beide biologische ouders het mandaat krijgen om de stiefouder een plek te geven

Kinderen zijn loyaal aan beide biologische ouders. Als één van hen de nieuwe partner niet (helemaal) aanvaardt, dan valt het niet te verwachten dat het kind dit wel zal doen.

Zowel de partner van de stiefouder als de ex van de partner van de stiefouder stralen dus best de boodschap uit dat het ok is dat het kind de stiefouder opneemt in het leven. Innerlijke twijfels bij de partner (soms onbewust) of een onverwerkte scheiding langs de kant van de ex bemoeilijken de relatie tussen stiefouder en –kind.

Innerlijke twijfels of het afvallen van de stiefouder door diens partner maken het moeilijk tot zelfs onmogelijk voor het kind om de stiefouder een plek te geven. In de praktijk zijn heel wat moeilijkheden met de kinderen dan ook pas aan te pakken als de band binnen het koppel gezond is.

Aan de houding van de ex-partner kan je meestal niet direct veel doen. De kunst ligt er in om je hierdoor niet te laten slachtofferen. Als mens hebben we immers altijd een keuze hoe we omgaan met wat ons overkomt.

2. De partner van de stiefouder is een spilfiguur, ook in de relatie tussen stiefouder en stiefkind

Ik schreef al eerder dat de biologische ouder in een nieuw samengesteld gezin een sleutelpositie inneemt. Kinderen trekken dikwijls eerst naar de biologische ouder voor ze de stiefouder benaderen. Laat me hiervan een voorbeeld geven.

Een jongetje stelt vragen over de stiefvader aan zijn moeder terwijl de stiefvader aanwezig is. De stiefvader ervaart dit als vreselijk irritant want hij voelt zich genegeerd. De rol van de moeder bestaat er dan in om de vraag van het jongetje te ontvangen, hem te verzoeken de vraag aan de stiefvader te stellen, er zelf dus geen antwoord op te geven en er eventueel later met het jongetje een gesprek over te hebben als het zijn vragen niet rechtstreeks stelt. De bedoeling is niet het jongetje te veroordelen dat hij zich tot haar wendt, maar hem te leren dat hij vragen gerust ook aan de stiefvader mag stellen en een luisterend oor bieden voor de reden waarom hij de vragen liever aan de moeder stelt. Aan de stiefvader is het om geduld uit te oefenen en te wachten tot het kind tot hem komt.

Het mag duidelijk zijn dat dit enkel mogelijk is als de stiefvader en de moeder een goede band hebben met elkaar en respect hebben voor elkaars gevoeligheden.

3. Een relatie bouw je op door te geven

Stiefouders zuchten wel eens als ik het over geven heb; sommigen worden er zelfs razend van. ‘Wij geven al zoveel’ zeggen ze dan. ‘Ik doe zo mijn best om voor mijn stiefkind te zorgen, maar denk je dat hij/zij mij daar dankbaar voor is?’ Of: ‘Op de oudercontacten ben ik niet gewenst, maar op de schoolfeestjes word ik verwacht aanwezig te zijn. Ik heb niets te zeggen maar moet me wel laten zien voor het schone plaatje.’

Het is waar dat stiefouders al veel geven en bij momenten ondankbaarheid ervaren. Ik hoop van harte dat de dankbaarheid langs de kant van de partner van de stiefouder komt. Hierover lees je verderop dit artikel meer.

4. Geven om te krijgen werkt niet

Geven is belangrijk, maar zal alleen werken als je dat doet zonder resultaat te verwachten. Wat niet werkt in nieuw samengesteld gezinnen is geven om te krijgen. Om een plek te krijgen, om graag gezien te worden, om je zin te krijgen of wat dan ook.

Enkele voorbeelden van geven om te krijgen:

– ik doe heel erg mijn best om in de gunst van het kind te komen. Ik kook voornamelijk zijn lievelingseten, ik zeg nauwelijks nee, ik laat het kind maar doen ook al ben ik het er van binnen niet mee eens, ik wring me in allerlei bochten om …

– ik doe heel erg mijn best om mijn partner te laten zien dat ik me inzet door ongevraagd taken van hem/haar over te nemen, door het als vanzelfsprekend te vinden dat ik taken opneem enz.

Dit werkt niet omdat het enkel bedoeld is om je eigen onzekere gevoelens te sussen. Het is geen gepast geven omdat het er op termijn niet in slaagt deze onzekere gevoelens te doen verdwijnen. Je kan dus blijven geven zonder dat je ooit resultaat boekt. Je geeft je leeg. Op den duur komt er iets in je in opstand dat boos wordt en het onrechtvaardig vindt: “het moet nu maar eens gedaan zijn met dat geven, jullie zijn zo ondankbaar, wanneer word ik eens gezien, wanneer geven jullie aan mij?”

5. Enkel geven om het geven is gepast

Wat wel werkt is het geven om de daad van het geven zelf. Omdat je het wil voor je stiefkind, of omdat je je partner graag ziet en hem of haar wil geven. Dit geven is een geven om het geven zelf, niet om het resultaat. Het is een geven uit liefde, een geven vanuit je hart.

Wat heb je te geven?

Jezelf zijn. Jij bent een uniek persoon en jouw kwaliteiten kunnen de andere gezinsleden verrijken (net zoals zij jou verrijken). Verander jezelf dus niet in wie je bent! Door te zijn wie je bent geef je veel. Het is je grootste cadeau aan dit gezin (en aan het leven in het algemeen). Soms kan je van daaruit samen met de kinderen iets doen: hen inwijden in je hobby’s en interesses als ze daar zin in hebben, bijvoorbeeld. Jezelf zijn betekent ook: als ik echt geen zin heb in dat schoolfeest, dan heb ik het recht om te beslissen om niet te gaan.

Als je merkt dat de andere ouder (de ex) jouw doen en laten bekritiseerd in het nabij zijn van de kinderen, dan geef je door hier niet over te gaan strijden. Mijn raad is: blijf trouw aan jezelf en kijk hoe je de loyaliteit van de kinderen naar hun beide ouders kan respecteren. Soms kan dat enkel door wat op de achtergrond te treden.

“Lieve stiefdochter, volgende week is het feest in het dorp. Ik zal er zijn en je mama ook. Je bent dan bij haar en ik weet dat het dan wat moeilijk ligt dat je naar me toe komt om goedendag te zeggen. Dat is helemaal ok. Als ik je zie, zal ik even naar je knipogen. Ik hoop dat je veel plezier hebt. Later als je terug bij mij en je papa bent, kunnen we spreken over hoe het feest was.”

Kan je partner hulp gebruiken in het uitoefenen van de opvoedingstaak, dan kan je bijspringen op de domeinen waar jullie het over eens geraken. Dit is niet evident en als stiefouder is je grootste valkuil dat je geeft om de liefde van je partner te krijgen. Voor partners is het de grootste valkuil om dit vanzelfsprekend te vinden.

6. Om gepast te geven moet je om kunnen met de tekorten in jezelf

Elke mens heeft tekorten opgelopen in zijn verleden. Soms zijn de tekorten heel duidelijk, maar soms gaat het over subtiele tekorten zoals eigenschappen van onszelf die niet erkend of aanvaard werden, die niet gekoesterd werden. Deze tekorten leven (onbewust) in ons verder en worden wakker gemaakt op momenten zoals wanneer we zelf tegenover een kind komen te staan.

Op momenten dat je partner er is voor je stiefdochter, merk je bijvoorbeeld een stekende jaloezie. Je beseft dat je jaloers bent omdat jij als kind niet zo een band had met je vader.

Onze tekorten zijn wonden uit het verleden die zichtbaar worden en vragen om verzorgd te worden. Het is een absolute must om hiermee aan de slag te gaan, omdat je anders zal blijven reageren vanuit de pijn en hiermee de relatie met het stiefkind saboteert. Het heeft weinig kans tussen jullie om te lukken als je stiefkind symbool wordt voor wat jij niet hebt gekregen.

Niet alle wonden verdwijnen. Soms blijven er grote littekens achter die erg hard kunnen jeuken. Dat is ok en hoort er bij. Maar ook hier geldt: het is beter dat jij littekens of pijn hebt dan dat de littekens of de pijn jou hebben. Want dan word je als een marionet gedreven door je gevoelens en dat kan heel destructieve gevolgen hebben.

Je hoeft jezelf niet op je kop te geven als je bij het lezen van dit artikel merkt dat je hier tegen zondigt. Wees mild voor jezelf en kom er mee in therapie. Het om kunnen met tekorten speelt niet alleen bij het stiefouderschap. Het geldt voor alle ouders.

7. Leer naar het kind kijken als een mens in ontwikkeling

Als stiefouder worden we in een relatie met een kind gesmeten. Het kind heeft tijd nodig om de stiefouder een plek te geven. Zeker als de scheiding nog vers in het geheugen ligt of de verwerking niet goed gebeurd is, zal het kind reserves hebben. De stiefouder bouwt dan aan de band met het kind door het kind tijd te geven.

Gun ook jezelf als stiefouder de tijd om te wennen aan kinderen of – als je zelf kinderen hebt – aan wie deze kinderen zijn. Een relatie kan niet geforceerd worden.

Ondankbaarheid hoort soms bij kinderen. Pubers kunnen bijvoorbeeld zo ondankbaar lijken. Dit hoort erbij en als stiefouder heb je daar net zoals de biologische ouders mee om te gaan.

8. Een gevende stiefouder is een plusouder

Een stiefouder die een goede relatie heeft opgebouwd met diens stiefkind is een enorme meerwaarde in het leven van dit kind. Wie dit bereikt mag ‘plusouder’ genoemd worden in plaats van dat niet al te fraaie woord ‘stiefouder’!

Een stiefkind is van nature niet loyaal aan de stiefouder, maar als de relatie tussen beiden goed zit wordt loyaliteit opgebouwd. Soms neemt dit proces jaren in beslag en ziet het kind pas op latere leeftijd in wat het heeft gekregen van de stiefouder.

Ook de liefde met de partner wordt gevoed als de stiefouder investeert in de relatie met het kind. De cirkel van geven en nemen geraakt rond als de partner zijn dank uit aan de stiefouder. Maar nogmaals, dit kan je niet afdwingen. Het gaat om de daad van het geven en het resultaat heb je los te laten.

Erkenning en dank langs de kant van de partner blijft uit in deze gevallen:

– de relatie zit niet goed, de partner vindt het vanzelfsprekend dat de stiefouder er is voor zijn of haar kinderen (bijvoorbeeld omdat deze uitgaat van de illusie dat ze nu toch wel een normaal gezin zijn)

– de stiefouder investeert niet echt in de relatie (zoals een vader onlangs tegen zijn partner zei, stiefmoeder van zijn zoon: ‘ja het is waar dat jij eten maakt en de was doet. Maar twee patatten extra schillen of de was insteken die je sowieso insteekt vind ik geen geven. Ik wil merken dat je het belangrijk vindt aan de relatie te werken en dat je iets doet om het tussen jullie beter te maken. Dan weet ik dat je mijn kind in je hart sluit of op zijn minst de moeite doet om het te proberen.)

– de stiefouder geeft zich leeg in de hoop om te krijgen. Deze grote valkuil heb ik reeds hierboven beschreven.

‘Ja, maar’ …

‘Ja, maar ik kan mijn stiefkind echt niet uitstaan.’

Dat is je goed recht als stiefouder. Je geeft dan door het kind te gedogen. Probeer er openlijk met je partner over te spreken, maar hou het kind er buiten. Onderzoek waar je ergernis vandaan komt en wat het over jou zegt. Tegenover het kind blijf je beleefd. Ook kinderen die je emotioneel raken zijn spiegels waarin je jezelf kan ontdekken. Kom hiermee in therapie voor het de relaties in je gezin en met je partner uitholt.

‘Ja, maar de andere stiefouder (de nieuwe partner van de ex) doet veel meer met ze’

Je kan niet de rekening van een ander maken. Focus je op wie jij bent en wat jij wil geven en spreek erover met je partner. Laat je partner je zijn of haar zegen geven dat het genoeg is wat jij doet. Zo hoef je je niet in allerlei bochten te wringen om erbij te horen.

‘Ja, maar ik heb niks met kinderen’

Ook dat is je goed recht. Maar het is een feit dat jij voor een partner gekozen hebt met kinderen en dat je ze op de een of andere manier wel zult tegenkomen in je leven. Spreek erover met je partner op welke manier je stiefouderschap ingevuld kan worden.

‘Ja maar, moet je wel geven als stiefouder?’

Hoeveel je geeft en hoe nauw je bij de kinderen van je partner betrokken bent, verschilt enorm per stiefgezin. Ik ken stiefouders die heel veel met hun stiefkinderen optrekken en ik ken er die dat nauwelijks doen. Er is geen goed of slecht. Wat zal werken is waar de verwachtingen van beide partners overeen komen. Wat altijd gegeven kan worden is respect voor wie het stiefkind is. Als je dit echt niet kan, kom er dan mee in therapie.

‘Ja, maar waarom kan het stiefkind niet als eerste over de brug komen?’

Zowel de scheiding als de vorming van een samengesteld gezin zijn geen keuzes van de kinderen. Het zijn acties die genomen worden door de betrokken volwassenen. De verantwoordelijkheid ligt dan ook bij hen. Wat je wel van het kind mag verwachten is gedrag dat bij zijn ontwikkeling hoort en het respecteren van de basisregels in beleefdheid.

Wat maakt dit artikel bij je los?

Terwijl ik deze tekst schreef merkte ik dat er heel wat stemmetjes in mijn hoofd actief werden en dat ik innerlijke beroering voelde. Het geven van een stiefouder is een gevoelig onderwerp! Ik lees graag wat je van deze visie vindt en ook eigen ervaringen zijn welkom. Reageren kan anoniem onderaan deze pagina.

Hartelijk dank om dit artikel te delen op social media en zo te helpen dat dit onderwerp beter begrepen wordt.

Pin It on Pinterest

Share This