Onderstaande tekst schreef ik ooit neer als mijn levensverhaal.
Het doet me denken aan ‘ik loop door een straat‘, mocht je dat kennen (uit het Tibetaanse boek van leven en sterven) (moet je maar eens googelen!)
(ik zie het niet als een gedicht, dat is mijn talent niet : ) )
Ik deel het met je, omdat ik weet dat er veel plusouders zijn die twijfelen aan zichzelf.
Die boos zijn maar daar geen weg mee weten. Dit muur vast zitten en daar van afzien. Die zich schamen en slecht denken over zichzelf. Het wordt steeds erger.
Misschien inspireert het. (Misschien speelt er wel iets gelijkaardigs bij de kinderen?)
Laat me onderaan zeker weten in een (anonieme) reactie of jij je hierin herkent (of niet, dat kan ook).
Zoek je hulp met exact dit soort dingen, bestudeer dan hier mijn aanbod en beslis of het iets voor jou is.
Veel inspiratie.
Kindertijd
Er gebeurt iets subtiels dat me raakt.
Een boze blik, ingehouden stem, woorden die niet overeenstemmen met daden.
Ik ben overstuur en ik huil.
Er is niemand die me geruststelt op een manier die me helpt.
Ik ben nog meer overstuur.
Er komt commentaar op mijn huilen en op mijn drama.
Ik huil nog harder.
Dit is zo pijnlijk.
Dit kan zo niet blijven.
Ik herpak me.
Er moet iets mis zijn met mij.
Schaamte.
Volgende ronde
Er gebeurt iets subiels dat me raakt.
Het is iets kleins, veel minder dan eerst.
De pijn van vorige keer wordt wakker.
Compleet overstuur nu.
Oh nee, oh nee, hier gaan we weer.
Ik schaam me en hou me in.
Ik ben de enige die zich zo aanstelt.
Er moet iets mis zijn met mij.
Tegelijk ook veel woede.
Waarom ben je er niet voor mij?
Is het nu zoveel gevraagd om gewoon even naast me te komen zitten?
Woede en schaamte.
Ik begrijp er niks van.
Het is ingewikkeld.
Ik maak het ingewikkeld.
Er moet iets mis zijn met mij.
Nog meer schaamte.
Patroon
Ik hou mijn kracht in.
Twijfel aan mezelf.
Er moet iets mis zijn met mij.
Ik verstop me.
Ik voel me alleen.
Dit kan zo niet blijven
Ik moet uit mijn hoofd.
Ik moet uit mijn bed.
Zwelgen in emoties is zielig.
Innerlijke criticus.
Ik herpak me en ga naar buiten.
Ik pas me aan en ik lach.
De pijn zit vanbinnen, ik hou hem nu voor mezelf.
Ik verstop mezelf in het contact.
Ik lach.
Omringd door veel mensen, eenzamer dan ooit.
Ik ga naar huis en stort in.
Ik besluit niet meer naar buiten te gaan.
Depressie.
Een muur tussen mij en de wereld.
Tussen mij en mezelf.
Vervreemding.
Ik verdoof me.
Ondertussen
Ik ontmoet jou.
Met jou is het anders.
Ik herken je.
Jij bent zacht en raakbaar.
Net zoals ik.
Dan komt jouw kind.
Hier klopt vanalles niet.
Een boze blik, ingehouden pijn, woorden die niet overeen stemmen met daden.
Oh nee.
Ik ben geraakt en wil met je praten.
Je wijst me af.
Hier is niks mis zeg jij.
Waar heb je het, over vraag je mij.
Ik ben overstuur.
Het is ingewikkeld.
Was jij niet net zoals ik?
Er moet iets mis zijn met mij.
Ik pas me aan.
Ik kwijn weg.
Ik ben woedend.
Woede en schaamte.
Keerpunt
Ik herken de geraaktheid voor het subtiele in mijn dochter.
Er is niks mis met haar.
Er is dus niks mis met mezelf?
Ik zie wat er gebeurt nu.
Begonnen als een storm in een glas water.
Gewoon, omdat ik gevoelig ben voor het subtiele en mijn omgeving daar stress van krijgt.
(Speelt bij hen hetzelfde?)
Ik leg mijn hand op mijn hart.
Ik zie het meisje dat ik was en nog steeds ben.
Ik voel haar pijn en hoor haar snikken.
De schaamte verdwijnt.
Het was mijn schuld niet.
Er is niks mis met mij.
Ik ben gewoon gevoelig.
Ik heb heel veel kracht.
Ik zorg nu voor het meisje.
Zij is mijn kracht, mijn talent.
Ik herken haar geraaktheid.
Ik zie het gebeuren, telkens opnieuw.
Ik neem de tijd om haar eerste snikken op te vangen.
Contact
Ik leg mijn hand op mijn hart.
Ik schraap mijn keel.
Ik wil me niet meer verstoppen.
Ik wil leven in al mijn kracht.
Ik spreek over mijn geraaktheid.
Ik hou mijn hand op mijn hart.
Ik adem wanneer je mij niet begrijpt.
Ik luister naar jou.
Ik herken steeds meer mijn geraaktheid in jou.
Jij snapt dit allemaal niet.
Dat is niet erg.
Ik snap het wel.
Jij bent eigenlijk zoals ik, maar dan anders.
Ik zie je.
Ik zie het meisje in mezelf.
Ik verwoord wat mij zou helpen.
Ik vraag wat jou zou helpen.
Je kan me horen nu.
Ook jij hoeft niet beschaamd te zijn.
Er is niks mis met jou.
Hier zitten we nu.
Samen.
Het is goed zo.
Ik hou van jou.
Och, wat een prachtige tekst. Je woorden lees ik alsof het de mijne zijn, ze kunnen de mijne zijn. Dank je wel dat je dit deelt, het brengt me een warm gevoel van (h)erkenning. Heel mooi. Ik ben de schaamte nog niet voorbij… maar je woorden helpen om me meer gedragen te voelen.
Een prachtige weerspiegeling van de boodschap in je webinar van afgelopen week.
Dankje om dit te delen… Het raakt me zo diep. Omdat ik het zo diep herken. Een gedeelde pijn is zo anders dan een eenzame pijn. En het geeft me hoop dat je uit deze pijn een nieuw pad kon vinden. Een straaltje hoop. Dankjewel!
Prachtig pijnlijk herkenbaar. Dank je
Het raakt me diep. Het verwoordt waar bijna geen woorden voor te vinden zijn