In dit artikel neem ik je mee doorheen de drie fasen van een hedendaagse liefdesrelatie. Ik geloof dat inzicht in de wetmatigheden ervan hartverwarmend en hoopvol kunnen zijn. Benieuwd in welke fase jij je relatie herkent : )


Fase 1: verliefdheid en romantiek

Je laat die kanten van jezelf zien die je denkt dat je partner wil zien. Je ziet die kanten van je partner die jij wil zien.

Je ervaart euforie en hoge pieken.

Al wat je partner zegt klinkt verrukkelijk. Nieuw én herkenbaar!

Je opent je geest.

Fase 2: vastlopen, sleur of spanning

Je ziet kanten van je partner die je niet wil zien. Je reageert met kanten van jezelf die je partner niet wil zien.

Je ervaart pijn en frustratie.

Je kan niets met wat je partner zegt. Steeds hetzelfde liedje.

Je sluit je geest.

Wat beide fasen gemeenschappelijk hebben


Koppels ontdekken tijdens relatiebegeleiding tot hun grootste verbazing dat die eerste twee stadia van een liefdesrelatie in essentie erg op elkaar lijken.

Dat klinkt misschien onwaarschijnlijk want:

– In het ene geval voel je je verrukt en geliefd.

– In het andere geval eenzaam en afgewezen.


Gemeenschappelijk zijn de (onbewuste) opvattingen over hoe een relatie hoort te zijn. En die opvattingen blijken meestal eerder romantisch en symbiotisch van aard. Zoals:

– Jij houdt van mij en weet wat ik nodig heb, zonder dat ik daar iets over moet zeggen!

– Jij hebt de sleutel in handen om mij te geven wat ik nodig heb en me gelukkig te maken!

– Wij willen hetzelfde!


Het enige verschil tussen beide stadia is dat dit aanvankelijk lijkt te lukken, maar daarna niet meer. Als reactie daarop probeer je de gevoelens van de beginperiode weer op te roepen, bijvoorbeeld door smekend/bozig/angstig/… naar je partner te kijken.

Maar deze opvattingen blijken niet te kloppen.

‘Ze stammen uit onze kindertijd,’ zei één van mijn supervisoren onlangs, ’toen was het niet zo heel complex om te raden voor een ouder wat wij als baby nodig hadden: een schone luier, eten, rust, contact, nabijheid. Het hoort bij onze vroegste ervaringen om te krijgen wat we nodig hebben zonder daar woorden aan vuil te moeten maken. Maar ja, hoeveel complexer zijn onze wensen, noden en voorkeuren niet geworden nu, nu we geen babies meer zijn?’

In beide fasen loop je dus met ideeën rond die niet passen bij een volwassen partnerrelatie.

Je kan natuurlijk niet terug, je kan alleen verder. (En dat is precies wat er in de derde fase gebeurt. Daar kom ik zodadelijk op.) Als je blijft vasthouden aan die romantische ideeën, blijf je gevangen in de tweede fase.

(‘Wat verkies je?’, vraag ik aan koppels die hier beland zijn: ‘je niet-helpende opvattingen opgeven? Of je relatie opgeven?’)



Er speelt meer

Er speelt nog een andere wetmatigheid waardoor we onvermijdelijk van de roze wolk donderen.

De aantrekking tussen twee liefdespartners (fase 1) wordt aangewakkerd door hun ‘losse eindjes’. De onverwerkte dingen uit je verleden en aangeleerde reacties daarop.

Geen enkele kindertijd loopt namelijk vlekkeloos, hoe hard je ouders ook hun best gedaan hebben. We hebben allemaal blutsen en builen, de ene al wat meer dan de andere. Ook voorgaande relaties laten hun sporen na.

Vroeg of laat ontmoet je iemand die op de één of andere manier de belofte in zich draagt jou van die pijn te verlossen, jou compleet te maken (’tegengestelden trekken elkaar aan’), en de kanten van jezelf die jij niet zo ontwikkeld hebt aan te vullen.

En dan roep je:

‘YES! YES! YES!

Nu komt alles goed! Nu word ik gelukkig!

Nu voel ik me nooit nog eenzaam, incompetent of waardeloos!’


Hormonen gieren door je lijf. Je voelt je euforisch. Energiek! Hoge hoogtes!

…tot die hormonen uitgewerkt geraken en je partner niet in staat blijkt goed te maken wat in je jeugd misschien anders had moeten lopen.

Enter: frustraties.

Want niet alles lijkt goed te komen.

Je partner reageert niet zoals in het begin. Hij/zij stopt met enkel te tonen waarvan hij/zij denkt dat jij het wil. Dat raakt je. Frustreert je. Kwetst je. Enerveert je.

Daar reageer jij op. Ook jij komt anders uit de hoek.

Geheid dat de ander jouw reactie niet fijn vindt. Sterker nog: jouw reactie is zijn/haar trigger. Daarmee belanden jullie dus in jullie cirkeltje.

In de tweede fase loop je vast zolang je je niet bewust bent van jouw pijnplekken uit het verleden en de aspecten van jezelf die weg hebt gestopt of niet hebt ontwikkeld.

Aspecten die je nota bene in jullie date-fase zo aantrekkelijk vond; aspecten die je daarna zo irritant vindt!

Dat is niet alleen zo in jullie relatie. Zo loopt het in de meeste relaties. Het is immers een wetmatigheid.

Als je je hierin herkent, weet dan dat je de perfecte partner hebt aangetrokken!​

Zolang je niet bewust bent van je opvattingen, blauwe plekken en aangeleerde reacties is het logisch dat dit ontstaat.

In die zin kan je zien dat relatieproblemen niet anders zijn dan bewustzijn dat probeert door te breken. Het is een uitnodiging tot groei.

De vraag is: neem jij die uitnodiging aan? Is dat het geval: verwelkom dan de volgende fase!

Fase 3

Fase 2 hoeft niet de eindbestemming te zijn, hoe lang je daar al in ronddraait. Gelukkig! Relaties kunnen wel degelijk vervullen, op manieren die vele malen dieper gaan dan de euforie van het begin!

Kenmerkend voor stellen in de derde fase is dat de partners in staat zijn uit te spreken wat hen drijft of raakt – zonder de verantwoordelijkheid daarvoor bij de ander te leggen – en dat ze in staat zijn om naar datzelfde stukje te luisteren bij de ander, zonder dat persoonlijk te nemen.

Met andere woorden: de partners gaan op een bewuste manier om met hun noden/ pijnplekken/ kwetsbaarheid en aanvaarden dat ook van de partner.

Lees dit even goed, want dit is cruciaal! Dat betekent dat je elk zelf bewust om kan met het ‘onvervulde kind’ in jou. Het onvervulde kind in jou verlangt in zekere zin naar een ouder. Het wil dat de partner zich ontwikkelt tot zijn of haar volle potentieel zodat hij/zij jou kan geven wat je nodig hebt.

Koppels in de derde fase begrijpen dat je allebei mensen bent met onvervulde kanten en dat die vlieger dus niet op gaat. Dat je vast geraakt als je allebei een ouder verwacht en zelf vindt dat je het kind mag blijven uithangen.

Ze zijn bereid hun eigen diepere drijfveren te ontrafelen, er anders zorg voor te leren dragen en zich hierin te laten zien. Zo weet je wat er speelt en kan je begrip opbrengen.

Voorbeeld

Ik neem ter illustratie een lastige situatie uit een samengesteld gezin en kijk naar hoe de twee partners daarop reageren, afhankelijk van de fase waarin ze zich bevinden.

Stel de dochter wil haar plusouder niet groeten.

Hoe ga je hier mee om? Hoe reageren jij en je partner op elkaar? (ik ga hier nu niet dieper in op een passende reactie naar de dochter, want dat valt buiten het bestek van dit artikel en deze tekst is al zo lang!)


Fase 1:

– de ouder: ‘mijn partner houdt van mij, dus zal zij dit kunnen aanvaarden van mijn kind’ (of: ‘mijn partner houdt van mij en dus kan het niet lang duren voor mijn dochter ook beseft dat ik een schat van een vriendin heb’)


– de plusouder: ‘ik hou van mijn partner en dus zal de dochter binnenkort wel bijdraaien’ (of: ‘onze liefde is zo sterk dat ik me hierover zal kunnen zetten’)

Resultaat: ‘wij zijn geweldig samen, dit kan alleen maar goed komen! wij staan boven alle miserie die andere samengestelde gezinnen blijken te hebben. wij verdienen dit.’



Fase 2:

– de ouder: ‘waarom begrijpt mijn partner niet dat mijn kind dit niet met opzet doet? waarom kan mijn partner niet beter haar best doen? waarom van zo’n futiliteiten een heel spel maken?’ en ‘ik ben slecht in relaties en waardeloos als opvoeder.’

– de plusouder: ‘mijn partner vindt zijn dochter belangrijker dan mij want hij lost dit niet op en durft haar niet aanspreken. waarom doet hij niets aan zijn schuldgevoel? ben ik dat niet waard misschien?’ en ‘ik ben vreselijk om mee samen te leven want dat ik hier zo’n punt van maak betekent alleen maar dat ik een boze stiefouder ben; ik moet meer mijn best doen.’


Resultaat: vicieuze cirkel van verwijten maken, aanvallen, verdedigen, je slecht voelen – twee monologen naast elkaar

Fase 3:

– de ouder: ‘dit is een lastige situatie waar we telkens opnieuw over vallen. Ik denk dat we daar beiden ongelukkig over zijn. kan je mij vertellen hoe dit voor jou is?’

– plusouder: ‘fijn dat je dat vraagt, dat helpt al. Als je dochter niets tegen mij zegt, dan voel ik me niet gezien. Ik ben daar gevoelig aan. Als jij daar niets aan doet, heb ik de indruk dat zij over me heen kan lopen en vrees ik dat dit in de toekomst uit de hand zal lopen. Wat mij helpt is dat je naar mijn beleving vraag, zoals je nu doet. Dan voel ik me gezien en daar gaat het om. Wat ik ook waardevol zou vinden is dat jij dit meeneemt in de omgang met je dochter. Ik zou echt willen dat je hier iets mee doet. Maar ik wil loslaten hoe je dat zou moeten doen of aanpakken. Want dan begin ik me weer te bemoeien en daar worden we allebei niet beter van.’

– ouder: ‘dank dat je gedeeld hebt wat er in je omgaat. ik begrijp dat het belangrijk is dat ik dit oppak naar mijn dochter. Dat als ik hier niets mee doe ik daarmee ook iets communiceer aan haar. Ik denk er nog even over hoe ik dit wil gaan doen.’

– plusouder: ‘dat is fijn, dank je. Kan je me meenemen in jouw wereld? Hoe ervaar jij deze situatie?’

– ouder: ‘meestal krijg ik stress op dit soort momenten. Ik weet dat het niet ok is wat ze doet en dat hier niet op reageren een manier is om jou niet op de kaart te zetten. Tegelijk vind ik het lastig om haar hierover aan te spreken. Iets in mij heeft schrik dat ze me allerlei verwijten gaat maken en dat ik dan omver geblazen word. Dat ze me niet meer graag ziet en niet meer wil komen. Ik realiseer me dat ik daarmee in zekere zin ook mijn dochter in de steek laat, doordat ik dit niet aanga met haar. Wat mij helpt is dat je ook af en toe vraagt naar hoe dit voor mij is en stiltstaat bij mijn ervaring, zoals je nu doet. Verder vind ik het prettig om ruimte te voelen om dit op mijn manier op te nemen. Ik denk dat het kan helpen om hierover regelmatig elkaar bij te praten.’

Resultaat: een langere conversatie 🙂 maar een beter gevoel over zichzelf en de relatie en aanzet tot oplossing (en twee partners die hun rol in het samengesteld gezin beter zullen opnemen)

De verschillen op een rij


Fase 1: je laat die kanten van jezelf zien die je denkt dat je partner wil zien; je ziet die kanten van je partner die jij wil zien

Fase 2: je ziet die kanten van je partner die je niet wil zien; je reageert met kanten van jezelf die je partner niet wil zien

Fase 3: je laat jezelf zien, steeds meer – je ziet je partner in steeds meer facetten

Liefdesrelatie 2.0


Eén van mijn coachtrajecten heb ik omgedoopt tot ‘Liefdesrelatie 2.0’.

Ik help jullie in een traject van enkele maanden de transformatie maken van fase 2 naar fase 3.


Weet je wat ik zelf zo bijzonder vind aan dat proces? Dat je die transformatie leert maken MET elkaar.

Want misschien ken je dat wel: de opvatting dat je eerst aan jezelf zou moeten werken vooraleer je ook maar kan beginnen denken aan een vervullende relatie?

Ik ben het daar geheel niet mee eens.

Onze relatiekwetsuren ontstaan in relatie en helen in relatie.

Hoe zou het zijn om – in de ogen van je partner – te vertellen wat je lastig vindt? Over waar dat voor jou in wezen om draait? Niet met een (poeslieve) preek over wat dat over hem/haar zegt, maar over JOU? Hoe zou het zijn om daarin gehoord te worden? Begrepen te worden?

Kan je je beginnen voorstellen dat als je je echt gezien en gehoord voelt, er iets in jou zal shiften? Dat je het niet meer nodig hebt dat je partner jouw verlatingsangst of laag zelfbeeld compenseert?

En hoe zou het zijn als je partner gelijktijdig eenzelfde soort proces doorloopt?

Daar gaat het traject Liefdesrelatie 2.0 over. Van harte welkom!

Lees hier meer over het traject >>

Pin It on Pinterest

Share This