Dit artikel gaat over koppels die

  • voor elkaar zijn gevallen toen één van hen nog in een relatie zat en waarbij kinderen in het spel zijn,
  • beslist hebben voor elkaar te kiezen (meteen bij de eerste gevoelens of na een lange affaire)
  • bijgevolg de scheiding in gang gezet hebben
  • en nu een nieuw samengesteld gezin (willen) vormen.

Het is mijn ervaring dat deze koppels vaker dan andere koppels in samengestelde gezinnen relatieproblemen doormaken:

  • er zijn vaker conflictscheidingen met de vorige partner
  • er komen sneller en vaker spanningen in het nieuwe koppel
  • de contacten met de kinderen verlopen moeizaam
  • meer dan andere samengestelde koppels gaan ze weer uit elkaar.

 

Mogelijke relatieproblemen die opduiken:

  1. Er is een wantrouwen ten aanzien van elkaar. (‘Ga jij mij ook bedriegen?’ of ‘Vlucht je bij het minste conflict tussen ons ook weg?’)
  2. Het wantrouwen gaat soms ondergronds en leidt er toe dat (één van) de partners vaak onzeker is dat hij of zij heel erg zijn/haar best gaat doen en zichzelf wegcijfert: beter willen zijn dan de ex, eigen gevoelens parkeren, moeilijkheden niet bespreken enz. Dit heeft als gevolg dat de persoon in kwestie van zichzelf vervreemd, depressief wordt of bij momenten tot uitbarstingen komt waarna geen enkel compromis meer gesloten kan worden.
  3. Het wantrouwen leidt dikwijls tot controle van elkaar: (stiekem) elkaars berichten en mails lezen, een verbod op een eigen leefwereld, geen tijd voor jezelf mogen hebben.
  4. Er worden veel verwijten gemaakt. (‘Jij lijkt wel mijn ex’ of ‘nu snap ik waarom je ex zo lastig deed’.)
  5. Het noodzakelijke rouwen om de breuk wordt door de nieuwe partner als bedreigend ervaren (‘waarom ben je nu toch triestig, je hebt mij toch?’), met heel veel ruzies, schuldgevoel of stiekem gedrag als gevolg.
  6. Het ouderschap bedreigt de nieuwe partner. Nieuwe partners beschuldigen de ouder dikwijls van het gepamper van de kinderen uit schuldgevoel. Soms is dit waar, maar soms zegt het meer over de schrik van de verwijtende stiefouder dan over het ouderschap. Ik merk dat koppels in kwestie dit zelf moeilijk kunnen inschatten.  De gescheiden ouder durft hierdoor dikwijls het ouderschap niet helemaal opnemen zoals hij/zij wil, uit schrik de nieuwe partner te verliezen. Met alle droevige gevolgen voor de kinderen van dien.
  7. De ex-partner slaagt erin roet in het eten te strooien of verdeeldheid in het nieuwe koppel te zaaien (en dat kan natuurlijk alleen maar omdat de partners zelf diep van binnen soms ‘verdeeld’ zijn).
  8. De kinderen worden hierbij soms gemanipuleerd en komen in een loyaliteitsconflict. Er ontstaan ergernissen en kampvorming.

Hieronder lees je twee thema’s die ik relevant vind bij het aanpakken van de meeste van bovenstaande problemen. Het eerste onderwerp betreft de regelingen en scheidingsverwerking en het tweede onderwerp gaat dieper in op de motieven van het hebben van affaires en weggaan bij je partner. 

1. Regelingen en verwerking

Als je weg gaat bij je partner breek je je gezin op en moeten de brokstukken opgeruimd worden. Je staat voor de hele afhandeling van de scheiding en de scheidingsverwerking.

Wie zijn gezin verlaat voor een ander wordt de eerste beslisser genoemd. De eerste beslisser heeft een proces van wikken en wegen achter de rug en heeft soms reeds wat vorderingen gemaakt in het rouwproces. Vandaar dat de knoop door hakken tot opluchting kan leiden (‘de kogel is eindelijk door de kerk’).

Sommige eerste beslissers worden bij het effectief weggaan alsnog met een rouwproces geconfronteerd: nu pas wordt gevoeld wat het is om de kinderen achter te laten, hun pijn te zien, de reactie van ex en (schoon)ouders, het vertrouwde huis en omgeving. Bij sommigen staat deze pijn harder op de voorgrond dan bij anderen. Soms is deze moeilijke periode geheel onverwacht.

Het is belangrijk je bewust te worden van je pijn en er een goede afstand tot te vinden: je er niet door laten leiden (want dan neig je weer om terug te gaan en dan toch weer niet – knipperlicht-toestanden -, en blaas je je nieuwe relatie op), maar er ook wel contact mee te maken zodat het ook echt een plek en rust kan vinden.

De rol van de nieuwe partner in scheidingsverwerking:

  • De aanwezigheid van je nieuwe partner wordt wel eens gebruikt als middel om de pijn niet te moeten voelen (‘het is zo afschuwelijk de week dat ik mijn kinderen niet zie, ik plan het helemaal vol met activiteiten met mijn nieuw lief’).
  • Soms is dat de enige bestaansreden van het nieuwe koppel, nl. een manier om thuis weg te kunnen. Niet zelden zie je deze koppels weer uit elkaar gaan eenmaal de puinhoop is opgeruimd en de breuk tot rust is gekomen.
  • Nieuwe partners kunnen geneigd zijn zich te gaan bemoeien met de scheiding (‘de regelingen zullen ook een invloed hebben op mijn leven, dus ik mag toch ook mijn zegje doen?’ of ‘schat, je hebt je altijd al zo laten doen door je ex, nu moet je het hard spelen’). Ik begrijp heel goed hoe deze nieuwe partners reageren, toch is het beter dat ze zich op de achtergrond houden en het hun partner laten regelen.

(Tussen haakjes: nieuwe partners zeggen soms dat hun partner zich al die jaren heeft laten doen door de ex, maar zien niet dat ze op deze moment net hetzelfde beginnen doen: hun partner zeggen wat hij of zij moet doen. Daarmee gaat de dynamiek van de eerste relatie subtiel over in de tweede).

De rol en reactie van de ex-partner:

  • De overgebleven partner is de tweede beslisser, al is er van beslissen natuurlijk geen sprake als deze partner voor een voldongen feit wordt gesteld. De periode van wikken en wegen heeft deze partner lang niet altijd meegemaakt en opluchting is dan ook niet altijd het overheersende gevoel.
  • Kortom: het rouwproces van de tweede beslisser bevindt zich doorgaans in een ander stadium dan dat van de eerste beslisser.

De (toekomstige) ex wordt daarenboven meteen geconfronteerd met een nieuwe partner. Voor heel wat ex-partners maakt dat de verwerking des te moeilijker. Niet alleen hebben ze te verwerken dat hun partner er niet meer is: meteen ook krijgen ze op hun bord dat die partner met een ander is en dat hun kinderen mogelijks bij die ander zullen zijn. Deze gegevens vormen een ideale voedingsbodem voor vechtscheidingen.

Sommige ex-partners geven de nieuwe partner de schuld (‘ze moet met haar poten van mijn man blijven. Nu zal ik er alles aan doen dat mijn kinderen haar niet leuk vinden.’). Andere achtergelaten partners worden extra giftig of wraakzuchtig naar hun ex. Kinderen worden heel gemakkelijk in dit spel betrokken – soms op subtiele of onbewuste wijze – en kunnen niet meer openlijk van beide ouders houden. Daarmee komen ze in een loyaliteitsconflict en wordt hen onrecht aangedaan.

 

 

Op zoek naar harmonie in je samengesteld gezin? Loop je vast in spanningen, relatiestress en opvoedverschillen?  Doe dan hier mee met de gratis online masterclass, speciaal voor ouders en plusouders >>

(No worries, je bent onzichtbaar en anoniem voor de andere deelnemers!)

2. Waarom gaan we weg?

Er zijn uiteenlopende redenen waarom mensen voor een ander vallen en bij hun eerste partner weggaan. Het werkwoord ‘vallen’ duidt veelal goed aan waar het om gaat: ons onbewuste heeft de regie; onze wil of bewustzijn heeft niet te kiezen op wie we verliefd worden. Het overkomt ons.

En, zoals dat vaker voorkomt met onbewuste drijfveren die ons handelen bepalen, zijn we hiermee lang niet altijd beter af op termijn.

Op dit punt aangekomen wil ik het hebben over wat er bij sommige koppels speelt: het vallen voor een ander als veruitwendiging van een innerlijk conflict. Van bindings- of verlatingsangst. Van het verlangen van een hemel op aarde, van het paradijselijke leven van het kind in de moederschoot. Of soms ook van het lijden aan het het-gras-is-altijd-groener-aan-de-overkant-syndroom. Bij sommigen een midlife-crisis.

Uitspraken die hier op duiden gaan ongeveer als volgt:

“Ik zoek affectie in mijn leven. Mijn vrouw kon me dat niet geven. Zij zaagde en zeurde alleen maar. En toen kwam ik haar tegen en wist ik gewoon: zij is mijn soulmate, we voelen elkaar helemaal aan.”

“Bij hem kan ik eindelijk helemaal mezelf zijn, hij stelt geen voorwaarden aan mij.”

Over dit thema valt veel te zeggen. Ik raad je in dit verband het prachtige boek ‘De duivelsdriehoek’ van Carolien Roodvoets aan, een boek over de psychologie van de driehoeksverhouding en affaires.

“In het begin vergaat het de vreemdganger vaak net zoals Odysseus. Logisch, hij zit midden in een scheiding en heeft zorgen. Hij zit misschien niet te turen naar de zee, maar zit somber voor zich uit te staren op de nieuwe, samen met zijn minnares verschafte bank. Waar is het paradijs gebleven, vragen ze zich beiden af. Juist nu verlangt hij er zo naar. Het hartstochtelijke lustoord, het hof van Eden is zoek. Zeker… ze vrijen nog frequent, maar het is allang niet meer wat het geweest is. ‘Logisch’, zeggen ze tegen elkaar, ‘we zien elkaar nu elke dag’. Maar beiden weten stilzwijgend dat het paradijs voorgoed verdwenen is. Het wordt nooit meer zoals het was.” (Carolien Roodvoets, De duivelsdriehoek)

Het is belangrijk bewust te worden van de gevoelens die ons overvallen vooraleer we tot actie overgaan. Want als we gaan samenleven met onze soulmate merken we na een tijdje dat die ook zijn sokken niet in de wasmand gooit, begint te zeuren enz. Verliefde gevoelens overkomen ons, inderdaad, maar dat wil niet altijd zeggen dat we er als een marionet naar moet handelen. Het is belangrijk je gevoelens eerst deftig te onderzoeken, anders beland je na verloop van tijd in je nieuwe relatie in dezelfde (of tegenovergestelde!) problemen, en ben je aan het einde van de rit vooral veel tijd en energie kwijt.

Nog een treffend citaat uit De Duivelsdriehoek:

“Een ruziezoekende en boze ex is voor de minnares [de nieuwe partner/stiefouder n.v.d.r.] het beste te verdragen. Een boze en lastige en niet meewerkende ex is moeilijker te hanteren, maar is minder een bedreiging voor hun relatie. Want de vreemdganger zal dan over haar klagen en zuchten en het wangedrag van de ex is voor hem een bevestiging dat ze de juiste keuze heeft gemaakt. Maar o wee als de ex niet boos is of aardig doet of huilt of om hulp vraagt. Dan wordt de minnares bang en onzeker. Want het feit dat de ex hem graag terugwil en hem mist en hem nodig heeft, streelt zijn ego. Misschien toonde ze zich in hun huwelijk juist alleen maar afstandelijk en vijandig, en ziet hij nu hoeveel ze van hem houdt. En dat is voor het kwetsbare zelfgevoel van de vreemdganger zo belangrijk. Een luxepositie voor de vreemdganger. Voor ze het in de gaten heeft is de minnares zoals de jaloerse echtgenote.”

Het is niet moeilijk om te zien dat dit soort toestanden een zware hypotheek leggen op de prille partnerrelatie. Het is geen goede uitvalsbasis om je nieuw samengesteld gezin op te bouwen.

In dit verband raad ik je het volgende aan:

1. Doe het rustig aan en begin bij jezelf. Zoek uit wat je onbewuste motieven zijn, hoe bindings- of verlatingsangst bij jou speelt en hoe je de neiging hebt om een partner nodig te hebben in het oplossen van je innerlijke conflict. En in hoe je mogelijk niet bestand bent tegen de periode na de hevige verliefdheid.

Het is niet gemakkelijk dit zelf te doen omdat je al snel op je eigen blinde vlekken stoot. (Een typische uitspraak van iemand die het eigen aandeel niet ziet is eentje als deze: ‘ja maar, mijn ex gedroeg zich als een kind, toch logisch dat ik dat niet volhou, ik verdien toch beter?’)

Wie niet naar zichzelf kijkt, is gedoemd steeds aangetrokken te worden tot andere partners of met het gevoel te blijven zitten de verkeerde keuzes te maken. Ook als je ondertussen al met je nieuwe partner samenwoont kan je nog aan zelfreflectie doen.

2. Leer contact maken met datgene in jou dat een partner nodig heeft om je emoties te reguleren. In begeleiding leer je hoe je op een meer bewuste manier met die behoeften kunt omgaan en op een volwassen manier voor je emotieregulering kan zorgen.

3. Werk aan je autonomie en zorg dat je ook leert alleen te zijn, zonder daarbij de verbinding met je partner op te blazen. Zo kunnen jij en je partner elkaar beter horen, gemakkelijker bij jullie eigen aandeel in de relatieperikelen stilstaan en hoef je niet voortdurend naar de ander te wijzen. Als ouder win je aan zelfverzekerdheid.

Zo kunnen jullie werkelijk kiezen voor wie je partner is als mens en niet als lapmiddel voor je gevoelige plekken. Dat wens ik jou en je partner van harte toe!

Cindy Schepers

(No worries, je bent onzichtbaar en anoniem voor de andere deelnemers!)

Pin It on Pinterest

Share This