In deze blog wil ik reageren op het artikel dat vandaag in de Standaard verscheen: als de plusouder geen pluspunt is.
Wie als kind een slechte relatie had met zijn of haar stiefvader of -moeder heeft als volwassene meer kans op zwaar depressieve klachten, zo blijkt uit grootschalig Nederlands onderzoek. De cijfers zijn schrijnend. In het artikel wordt de casus voorgesteld van Johanne, die geen goede band kon opbouwen met haar stiefmoeder en ook haar zus blijkt het erg moeilijk (gehad) te hebben.
Waar ik op wil reageren is het foutieve beeld dat hierdoor kan ontstaan: alsof de stiefouder hierin de enige verantwoordelijke zou zijn.
En lees goed wat er staat: ik zie de stiefouder wel degelijk als een verantwoordelijke volwassene in deze situaties. Een stiefouder heeft wel voor de situatie gekozen en het kind niet. Een stiefouder is volwassen en het kind niet. Stiefouder zijn is dus niet zomaar vrijblijvend. Je hebt minstens de taak ruimte te maken voor het kind. Als je dat niet kan is het misschien tijd om je keuzes opnieuw te bekijken.
Waar ik het moeilijk mee heb in dit soort artikels en verhalen is de afwezigheid van de ouders.
Waar zijn zij?
En nee, dan wil ik het eens niet hebben over de rol van de ex-partner, de andere ouder van het kind, diegene die niet in het samengestelde gezin woont.
Natúúrlijk heeft deze persoon een enorme invloed op de relatie tussen stiefouder en stiefkind. Al is dat niet alles bepalend en wordt dat in de praktijk te vaak ingezet als excuus om niet aan die relatie te werken: omdat de andere ouder (ex) slecht spreekt over de stiefouder (nieuwe partner), zou het onmogelijk zijn voor deze stiefouder een goede band op te bouwen met het stiefkind.
Dat is in mijn ervaring niet waar. Of beter: dat is niet altijd waar. Wat er doorgaans gebeurt is dat de stiefouder hierbij te vaak in zijn gat gebeten geraakt en zich afsluit van het kind. Waardoor eventuele kansen op een goede relatie met het kind helemaal tot nul herleid worden. Als een stiefouder in volwassen bewustzijn kan blijven – dat wil kort door de bocht zeggen dat hij of zij er in slaagt de situatie te overzien en te zien dat het kind de meest kwetsbare persoon is in dit verhaal én de ex-partner mogelijk ook vanuit een gekrenktheid reageert – dan kan deze stiefouder mogelijks wel present blijven. En nee, dat wil niet zeggen dat ie alles moet pikken.
Het gaat me gewoon over de houding van wel of niet afgesloten zijn.
Maar goed, daar wou ik het allemaal niet over hebben (moeilijk om over alles wat met samengestelde gezinnen te maken heeft kort en krachtig te zijn en niet te nuanceren)!
Waarover ik het wil hebben is de rol van de biologische ouder IN het samengestelde gezin. Dus de partner van die stiefouder.
Onder mijn cliënten leeft maar al te vaak de gedachte dat deze persoon niets te maken heeft met de band tussen zijn partner en zijn kind. Dit soort artikels – en ook het recente artikel uit de Morgen, inclusief het boek dat daarin vernoemd werd – geven onterecht de indruk dat het de stiefouder is die al het werk te doen heeft.
In mijn ervaring werkt dat niet.
De ouder is de spilfiguur in de relatie tussen partner en kind.
Hij kiest voor de partner. Hij heeft een verantwoordelijkheid voor het kind. Als de partner niet met zijn kind om kan, hebben hij en die partner een probleem, niet zijn partner en zijn kind.
Als zijn kind niet met zijn partner om kan, heeft hij te zien hoe hij een goede ouder kan blijven voor dat kind én of hij bij zijn keuze kan blijven voor die relatie. Want die keuze is zijn keuze en dus draagt hij daarvoor verantwoordelijkheid, net zozeer hij een verantwoordelijkheid heeft voor het kind. Dat wil dus niet zomaar zeggen dat zijn partner zich in allerlei bochten moet wringen (zich zodanig moet voordoen als behang of meubilair – lees: doen alsof ie niet bestaat – zodat het kind maar niet getriggerd wordt). Het wil evenmin zeggen dat hij zijn partner maar moet laten doen in alle woede die als reactie op de afwijzing of krenking aan de oppervlakte komt.
Even terug naar het voorbeeld van Johanne in het artikel van de Standaard. Ze rapporteert over de regeltjes van haar stiefmoeder; de opvoedstijl die ze wou opdringen. Waar zit haar vader in dit verhaal?
Het afstemmen van opvoedstijlen is een probleem van de beide partners in een samengesteld gezin, niet alleen dat van de stiefouder. De ouder heeft bovendien een enorme invloed op de band tussen zijn partner en kind. Hij kan daarin te aanwezig of te afwezig zijn. Zoals het in het verhaal van Johanne voorgesteld wordt, lijkt haar vader erg afwezig.
In het artikel wordt gezegd dat hij en de stiefmoeder na zes jaar uit elkaar gingen. Ik weet daar natuurlijk het fijne niet van want ik ken deze mensen niet. Wat ik wel weet is dat de koppels die bij mij komen vaak dreigen uit elkaar te gaan nadat ze eerst jaren geprobeerd hebben het de stiefouder te laten opknappen. En – als dat dan niet blijkt te werken – er de brui aan geven.
Dit is een alles of niets beweging. Het gaat er echter samen te zoeken naar afstemming en beide partners hebben daar een rol en verantwoordelijkheid in.
Dit is de reden waarom ik het het meest zinvol vind om als koppel aan het samengestelde gezin te werken. Ok, er valt ook iets te rapen in elk individueel naar je eigen rol, emoties, triggers en zo meer te kijken. Maar het echte werk ligt in het koppel. Dat is eng en dat vraagt controle opgeven. Het is daar dat het gezinsvormingsproces een goede duw in de richting kan krijgen.
Dat blijkt meer dan ooit nodig als we de pijnlijke cijfers uit dit soort onderzoeken onder de loep nemen.
Willen jullie werken aan een beter samengesteld gezin?
Bekijk hier hoe ik je kan helpen >>>
Cindy Schepers – 4 november 2019